Kijken en zien
De PC als venster op de wereld voor slechtziende kinderen
Ida Ekkens
In dit artikel geeft Ida Ekkens, medewerkster van het Koninklijk
Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden en
bedenkster van het programma "Kijkdoos", haar visie op de rol van
de computer bij het oefenen van het visueel functioneren bij
slechtziende kinderen.
1. Problemen bij het kijken en zien
Het lijkt zo vanzelfsprekend: naar iets kijken en zien wat het
is. Maar in feite is dit een zeer ingewikkeld proces waarbij niet
alleen het gezichtsvermogen (de visus) maar ook de hersenen
betrokken zijn.
Bij veel slechtziende kinderen komt visuele informatie onvolledig
of verbrokkeld binnen, bijvoorbeeld doordat het kind de
beschikking heeft over een (zeer) klein gezichtsveld of enkel op
een (zeer) korte kijkafstand scherp kan waarnemen. Afbeeldingen
zijn dan moeilijker te interpreteren, of een verkeerssituatie kan
niet zo makkelijk worden overzien.
Het ontbreekt slechtziende kinderen vaak aan kijkervaring, want
een olifant of een huis zie je nu eenmaal niet zo goed op een
kijkafstand van 25 centimeter. Bovendien is bij veel slechtziende
kinderen het kleurenzien gestoord of soms zelfs helemaal afwezig.
Als normaal ziende is het moeilijk om je voor te stellen hoe een
wereld zonder kleur eruit ziet. Zeker is dat dit grote
consequenties heeft voor de waarneming van contouren. Daar komt
bij dat steun van kleur ontbreekt bij de herkenning van objecten.
Iedereen weet immers dat een varken roze is. Daardoor is het
makkelijker een varken van een schaap te onderscheiden. Soms
kunnen kleuren het begrijpend zien echter ook moeilijker maken.
Hoe vaak staan bijvoorbeeld in kinderboeken of op inpakpapier
dingen met een andere kleur afgebeeld dan in werkelijkheid
(bijvoorbeeld een groen varkentje) ? Kleurgebruik be‹nvloedt hoe
dan ook de waarneming van vormen in positieve of in negatieve
zin. Ook de kleur van de achtergrond speelt daarbij een rol. Het
slechtziende kind heeft meer moeite met een onrustige dan met een
rustige achtergrond.
Door afwijkingen aan de lens van het oog kunnen lijnen vertekend
waargenomen worden. Leren schrijven is dan (veel) moeilijker,
want ook letters worden soms anders gezien dan normaal, en tussen
de lijnen schrijven is lang niet altijd haalbaar.
Hetzelfde geldt voor de waarneming van tussenruimtes. Deze zijn
belangrijk om de plaats van vormen ten opzichte van elkaar te
bepalen.
Een specifiek probleem, met name bij kinderen waarbij er sprake
is van een hersenbeschadiging, is de waarneming van ruimtelijke
variabelen. Wat wordt daarmee bedoeld ? Bijvoorbeeld dat de
houding van een poppetje is veranderd. Of het besef dat een
driehoek met een punt naar beneden en een driehoek met een kant
naar beneden toch dezelfde driehoek kan zijn. Of dat een boom
voor, naast of achter een huis kan staan en wel of niet helemaal
zichtbaar is.
Om betekenis te kunnen geven aan de omringende wereld moet het
slechtziende kind veel kijkervaring opdoen. Dit is makkelijker
gezegd dan gedaan, omdat de kijkafstand waarmee het kind scherp
kan waarnemen meestal veel korter is dan normaal. Ver(der) weg is
de omgeving nog al eens wazig. Dit heeft tot gevolg dat er in de
"visuele databank" van het geheugen veel minder visuele gegevens
worden opgeslagen dan bij normaal zienden. Deze gegevens zijn
nodig om de visuele wereld steeds beter te kunnen overzien (in de
letterlijke zin van het woord). Denk alleen al aan reclame,
tijdschriften of het Internet.
2. Het visueel functioneren oefenen via computerprogramma's
Wat heeft dit alles te maken met het gebruik van computers bij
slechtzienden ?
Computerprogramma's lenen zich bij uitstek om het visueel
functioneren (dat wat kinderen met hun beperkte gezichtsvermogen
kunnen doen) te oefenen. Dit komt omdat met de computer op
eenvoudige wijze veranderingen kunnen worden aangebracht die
inspelen op het specifieke probleem van elk kind. Kleuren kunnen
worden gewijzigd; vormen vergroot of verkleind; er kan veel of
weinig visuele informatie op het scherm staan; achtergronden
kunnen worden gekozen; lichtsterkte kan worden aangepast; plaats
en ordening van vormen kunnen veranderd worden; details kunnen
duidelijk of minder duidelijk zichtbaar worden gemaakt.
Om dit te kunnen doen, werd speciaal voor slechtzienden het
computerprogramma "Kijkdoos" (zie ook IM 8,4 van december '94)
ontwikkeld. Daarnaast valt er ook goed te werken met het
programma "Bio Bytes", afkomstig uit de kinderrevalidatie.
Wel is het belangrijk niet met zomaar een programma te werken,
maar gericht keuzes te maken.
Voor kinderen met een zeer klein gezichtsvermogen is het
assortiment software dat ontwikkeld is door de universiteit van
Birmingham (Engeland) erg geschikt.
Ook zijn er programma's die gemaakt zijn voor normaal ziende
kinderen, maar die ingezet kunnen worden voor slechtzienden.
Bijvoorbeeld "Comma" voor het visueel-ruimtelijk waarnemen of
"Clowns" voor laag functionerende kinderen met een
aandachtsprobleem.
Slechtziende kinderen zijn, net als andere kinderen, zeer
gemotiveerd om met een computer te werken. Dat alleen al
stimuleert het gebruik van het gezichtsvermogen En winnen met een
spelletje of maken van een reisroute versterkt het
zelfvertrouwen.
Ook kan, met behulp van de computer en grafische programma's,
gespecialiseerd lesmateriaal worden gemaakt om bijvoorbeeld
leerprocessen te vereenvoudigen of testmateriaal te ontwikkelen.
Slotsom: de computer brengt de wereld dichterbij, binnen de
kijkafstand van het slechtziende kind. "Kijken" wordt dan veel
vaker "zien".
De redactie van IM wil Ida Ekkens danken voor de weergave van
haar in de praktijk opgedane kennis in deze interessante
bijdrage.
Naar inhoudsopgave