BIJ DE TRADITIE AANGEKNOOPT

 

Maya textiel als binding

 

Het traditionele Maya textiel kent een toenemende belangstelling zowel vanuit wetenschappelijk-etnografische kringen, de anders-globalisten als vanuit de groeiende groep geschoolde Maya’s.

De totale culturele traditie van de Maya’s is afspiegeling en draagster van een wereldbeeld dat alles met alles verbindt. De weefkunst is een belangrijk deel van deze traditie.

 

Traditioneel textiel uit de hooglanden van Centraal-Amerika is een weergave van de kosmologie van de Maya’s en van aanverwante volkeren. Deze “textiel-bibliotheek” bevat weinig of geen woorden maar is rijk aan tekens, die verwijzen naar een lange geschiedenis, maar die door hun bestendigheid en aanpassing ook ruimte laten voor een toekomst.

Het textiel verbindt de levende Maya’s met hun verleden maar ook met elkaar en met een gezamenlijk project voor de gemeenschap.

 

Een totale visie op de kosmos

 

De volkeren van Midden-Amerika hebben een rijke traditie van verhalen en mythen die de continuďteit van hun geschiedenis verzekeren. Elk verhaal situeert zich in het alomvattende wereldbeeld dat het leven regelde van dag tot dag en dat nu nog richtinggevend is voor gemeenschappen en individuen. Daarom kan het textiel ook maar begrepen worden in de totale context van waaruit en waarin het ontstaat.

 

Er is eerst en vooral de historisch-filosofische context. De Maya-volkeren kenden een bloeiperiode van 1000 voor Christus tot 1000 na Christus. Het verval van het grote rijk begon omwille van redenen die we maar gedeeltelijk kennen. Een reden zou kunnen zijn dat de kalk, die gebruikt wordt om de maďs te weken, uitgeput raakte. Ook rivaliteit en oorlog tussen de stadsstaten leidde tot een algemene verzwakking. Toen de Spanjaarden het land veroverden, was de bevolking gedecimeerd maar nog veerkrachtig genoeg om onderhuids weerstand te bieden aan de kolonisatie en de dwang tot assimilatie.

 

De eigenheid werd bewaard door ondergronds te gaan, zich te hullen in stilte en door geslaagde processen van transculturatie. Onder schijnbare aanpassing leefde de traditie verder. Zij bewaarden hun totaalvisie op de kosmos en op het leven. Centraal in de Maya kosmologie staat de schepping die zich voortdurend vernieuwt in de natuur en in de mens. Goden en heiligen bevolken het universum. Ze geven richting aan de gemeenschappen en leven in interactie met de mensen. Goden en mensen zorgen samen voor een voortdurende herschepping van de kosmos en een continuďteit van het leven. Planten en dieren geven mee vorm aan de scheppingsverhalen en ze fungeren als boodschappers in de interactie tussen goden en mensen.

 

Mannen en vrouwen nemen deel aan de schepping door de rituelen voor goden en voorouders, maar ook door de vervulling van hun dagelijkse taken.

Mannen zaaien en oogsten en ze maken als “mensen van maďs” dat er tamales kunnen bereid worden en een gezin gevoed kan worden. Het is een hernieuwen van het werk van de eerste scheppers die de mensen vormden uit maďs.

De vrouwen dragen, baren en zorgen voor de kinderen. En zij weven de kledingsstukken die een noodzakelijke beschutting vormen in het hoogland maar die ook de voorstelling zijn van de wereld zoals deze beleefd wordt.

 

Het geweven wereldbeeld

 

Het hele proces van het weven refereert naar het levende wereldbeeld. De weefster vernieuwt met haar werkstuk de wereld. Het heupweefgetouw zweeft tussen haar middel en een boom of de stut van een woning. Die dragende boom heet de moederboom en de bundel spandraden is de navelstreng.

De moederboom is een beeld van de kosmische levensboom die met zijn wortels, stam en takken de onderwereld, de aarde en de hemel verbindt en waarin alle leven ontstond.

De spoel die het garen aanvoert, voedt het weefsel. Terwijl de vrouw weeft, beweegt ze ritmisch met haar heupen en dit is weer symbolisch voor het geboorteproces.

 

Het weven op een heupweefgetouw zorgt voor een werkstuk met vier zijden en vier hoeken. Dit refereert weer naar de hele aarde met vier hoeken en vier zijden. De man voert het woord in het gesprek met de goden en de voorouders. De vrouw maakt textiel als drager van een boodschap.

 

Al wevend wordt de wereld opnieuw geboren, zoals de zaaier ook de wereld laat geboren worden in de wassende maďs. Men zegt dan ook dat “een weefsel geboren wordt”. Het was er al, van alle tijden, de weefster maakt het zichtbaar als haar aandeel in een gemeenschap. Hoewel de weefster een persoonlijke inbreng heeft in het weven, blijft het een gemeenschapsproces. Het is de gemeenschap waarin de mythen leven, waarin de symboliek gegroeid is, ook van de weefpatronen. Het individu krijgt maar betekenis in de gemeenschap waarin geleefd en gewerkt wordt.

 

Aanknopend bij een traditie

 

Het Maya-textiel, dat nu gedragen wordt in Mexico, Guatemala en Honduras is zeker een voortzetting van een traditie. Er is in de regio weinig origineel textiel bewaard gebleven dat dateert van voor de koloniale periode. Maar de afbeeldingen op stčles, op kruiken, op friezen in tempels en op piramides tonen heel duidelijk de verwantschap tussen de klederdracht vroeger en nu. Er is een verwantschap tussen de soorten kledingstukken, de wijze van dragen, de decoratie, de materialen en de verwerkingstechnieken zoals spinnen, weven en assembleren.

 

Oude aardewerk voorwerpen en reliëfs tonen hoe vrouwen weven op het heupweefgetouw. Men ziet de huipiles en cortes of falda en ook de rituele textielbundels zijn al aanwezig. Al deze kledingsstukken worden ook nu nog gedragen.

De actuele hoofdbedekkingen van vrouwen uit Ta Mahu, Nebaj of uit Santiago Atitlan verwijzen naar haarbanden uit de klassieke Maya-periode en zijn nog altijd een voorstelling van de heilige slang die de band vormt tussen de aarde en de wolken. Tussen de slang en de eerste godin, Chak Chel of Ixchel, bestaat er een verwantschap. De eerste godin leerde de vrouwen weven.

 

Ook de technieken zoals de brochage en het gebruik van veren, sluiten aan bij een lange traditie.

In het boek “Men hun handen en hun ogen” ([*]), beschrijft Julia Montoya de kracht van het textiel als boodschap. De decoratieve elementen die ingeweven of geborduurd worden, gaan ook terug op de kosmische voorstellingen en de mythen waarin heilige dieren en planten een symbolische functie hebben. De ruit met vier zijden, de wolkenfries, de watervogels, het hert, de sterren, staan voor mededelingen uit de kosmos, vanuit de geschiedenis maar vormen ook een omgangstaal tussen mensen nu. Men kan door textiel te lezen de oude dromen herdromen maar er de positie van de draagster of weefster inschatten.

 

Evolutie en transculturatie

 

Ondanks die band met de traditie is er plaats voor verandering in het textiel. Vorm, patroon, functie, techniek en decoratie veranderden onder invloed van de kolonisatie, sinds de 16e eeuw. De groeiende communicatie sinds het einde van de 19e eeuw droeg ook bij aan de veranderingen.

Allereerst veranderde de maker van het textiel. Traditioneel was het weven vrouwenwerk. Er konden echter slechts smalle panden geweven worden en het inweven van de brochage is arbeidsintensief. De Spanjaarden voerden de bredere trapweefgetouwen in en de mannen werden opgevorderd om ze te bedienen. Het textiel werd geweven om belasting te betalen, maar ook voor de lokale markt. Vrouwenrokken werden voortaan dikwijls vervaardigd uit bredere textielstroken. Omdat de wevers minder gebruik maakten van brochage, maar wel van de ikat-techniek, kreeg textiel ook een andere, meer gelijkvormige aanblik. Op dit ogenblik is er meer en meer industrieel textiel dat in ateliers en textielfabrieken gemaakt wordt met als belangrijke centra Zunil en Cantel.

Vrouwen bleven weven maar hun werk werd bemoeilijkt door de politieke omstandigheden (vlucht, repressie, tewerkstelling in ateliers en fabrieken). Daarbij kwam nog de dumping van Westers tweedehands textiel op de plaatselijke markten die het plaatselijke textiel uit de markt prijst.

 

Er zijn echter recent ook stimulerende acties gevoerd door coöperaties, vrouwenorganisaties, sommige groepen in de katholieke Kerk en, niet te vergeten, door wetenschappelijke etnografische kringen die het textiel valoriseren.

 

Toe-eigening versus opdringing

 

De sterke zin voor historische samenhang en de solidariteit tussen de Maya’s leidde er toe dat de opgedrongen schema’s tijdens de kolonisatie selectief werden ingepast in de plaatselijke gewoonten. Dikwijls werd de oppervlakte aangepast maar werd de inhoud geabsorbeerd door de eigen culturele identiteit.

Wat de kleding van de vrouw aangaat, valt een eerste grote verandering te noteren door de veralgemeende invoering van de huipil. De katholieke Kerk verbood de vrouwen om met ontbloot bovenlichaam de kerk te betreden. Zo werd de huipil van feestkleding een kledingstuk voor dagelijks gebruik, maar dan in een korte versie. De lange sobre-huipil bleef een feestkleding die vooral gedragen wordt tijdens rituelen. Traditioneel bestonden de huipils uit 2 of 3 aaneengenaaide geweven panden die in de klassieke periode eerder sober versierd waren.

De huipil werd gedecoreerd met ingeweven figuren. Een variatie daarop werden de borduursels, eerst nog een imitatie van de mythologische figuren in het weefwerk, later aangevuld en/of vervangen door bloemenranden en volledig geborduurde panden. Ook qua vorm evolueerden in sommige dorpen de huipiles tot vrouwenbloezen met mouwen, soms met kragen en polsboorden. De invoering van kant heeft ook de huipil beďnvloed. Vrouwen die ietwat welgesteld zijn, dragen “guipiles”, een basis van guipere kant, verfraaid met bloemenborduursel en linten.

De traditionele cortes (rok) was een wikkelrok, gemaakt van verschillen panden weefsel die aan elkaar bevestigd werden. Door Spaanse invloeden is er een gefronste of geplooide rok bijgekomen.

Het doek voor alle doeleinden, tsut, hoofdbedekking, omslagdoek en draagdoek werd dikwijls vervangen door specifieke kledingsstukken zoals een omslagdoek of draagtas.

 

Ook de mannenkledij onderging veranderingen. De heupdoek wordt ook nu nog gedragen in sommige dorpen maar dit is beperkt tot de feestdagen en tot de oudere leeftijdsgroep. De broeken zijn geëvolueerd als model. Oorspronkelijk waren het ook twee naast elkaar genaaide panden, later werden ze meer in vorm gesneden. De traditionele pantalones worden steeds minder gedragen en de versiering is ook geëvolueerd. De eenvoudig ingeweven, gebrocheerde figuren zijn dikwijls aangevuld met overvloedig borduurwerk met vogels en bloemen.

 

In het algemeen kan men zeggen dat de mannenkleding meer ingrijpend veranderd is onder de invloed van kolonisatie, verwesterlijking en globalisatie. De mannen dragen meer vesten, al of niet geborduurd en hemden die deels aanleunen bij de pre-Columbiaanse periode, deels bij de koloniale kleding van Spanje. Wanneer men in de grotere steden rondkijkt, overheerst bij de mannen de westerse klederdracht en die komt bij de armen dikwijls uit de Europese en Amerikaanse lappenmand.

 

Evolutie in kleur, materiaal en figuren

 

Tot aan de komst van de Spanjaarden bestond de kledij uit katoen en agave vezels. De invoering van schapen in de hooglanden bood wol als grondstof. Daaruit werd vooral mannenkledij zoals vervilte jassen en poncho’s en geborduurde sacco’s gemaakt.

De elite onder de Spaanse conquistadores kleedde zich met geďmporteerde zijde maar dit materiaal was voor de eigenlandse bevolking te duur.

In de 20e eeuw werden er echter synthetische vezels zoals rayon, nylon en polyester ingevoerd en deze werden wel opgenomen in de lokale kledinggewoonten.

Op oude prenten is wit de hoofdkleur in de kleding van de Indios. Men kan moeilijk oordelen op basis van een beperkt aantal voorstellingen en beschrijvingen maar er was geen kleurexplosie zoals ze nu, bijvoorbeeld waar te nemen is op de markten van Xela, Solola of San Francisco el Alto.

Er was wellicht meer uniformiteit in de Klassieke Periode. De conquista probeerde de inheemse kledij te versoberen en te vereenvoudigen. Ondanks dat ziet men op prenten uit de 19e eeuw veel rood en blauw in allerlei tinten.

De gebruikte decoratieve figuren gaan deels terug op de oude thema’s maar zijn toch ook beďnvloed door de kolonisatie. Er is echter zelden sprake van vervanging, wel van aanvulling en toevoeging.

Wellicht gaan de tweekoppige arend (Habsburg?) en het paard terug op Spaanse iconografie. Maar ze werden opgenomen in een dierenrijk dat Maya is en zij krijgen hun betekenis in de totaliteit van de presentatie.

 

Van heiligen voor mensen

 

De Maya’s hadden de gewoonte hun goden en heiligen aan te kleden. De Spanjaarden deden dat ook.

Toen de Spanjaarden hun heiligen met geweld opdrongen, hebben de Maya’s deze vreemdelingen opgenomen en gemayaniseerd. Een bewijs daarvan is de aankleding van oorspronkelijk Spaanse heiligen met Maya textiel.

De kledingsstukken van deze heiligen vormen een schatkamer voor de geschiedenis van de weefkunst in de Maya-cultuur. De bewaring gebeurde in relatief goede omstandigheden: droog, beschermd tegen de zon, soms bedekt met een nieuwer kleed, niet versleten door het dragen. Het textiel zelf was van de beste kwaliteit, gemaakt door de beste weefsters en perfect afgewerkt.

Voor de archivering en herbronning van de textielkunst zijn deze “heilige” weefsels van onschatbare waarde.

 

De uitbouw van de cofradia’s of broederschappen is een ander voorbeeld van verrijkende transculturatie. De broederschappen of vereringsgenootschappen rond bepaalde heiligen werden door de Spanjaarden ingevoerd als een antidotum tegen de lokale, “heidense” religie. De Maya’s herkerstenden deze broederschappen tot solidaire verenigingen die pasten in hun eigen wereldbeeld. Alhoewel hun aanhang tanend is, zijn deze cofradia’s een levende schakel in de Maya traditie. Zij zorgen voor de bewaring van de rituele voorwerpen, voor de uitvoering van de riten en de ommegangen. Ze houden zich ook bezig met de solidariteit in de gemeenschap en met de handhaving van de sociale codes en hiërarchie. De hiërarchie in de cofradia’s weerspiegelt zich ook in gezagsposities in de gewone samenleving.

Indien men zou stellen dat het traditionele katholieke geloof een onderscheid maakt tussen het heilige (kerk, priesters, heiligenfiguren) en het profane, dan ziet men in de Maya-religie een immanente religiositeit waarin het heilige overal aanwezig is. De natuur is bezield en hier is er geen afgrendeling tussen de levenden en de doden. Verering van voorouders, oude goden, gestorven heiligen is een garantie voor het leven van de gemeenschap hier en nu.

 

Eenheid in verscheidenheid

 

De verschillen in klederdracht lijken gebonden aan verschillen in de Maya-talen, meer dan aan de moeilijke communicatie tussen de gemeenschappen. De verschillen tussen dorpen werden groter in de twintigste eeuw en nog versterkt door individuele expressie van de weefsters en draagsters. Maar in het laatste kwart van de 20e eeuw werd het gemeenschappelijke om verschillende redenen belangrijker. Tijdens de repressie van de jaren 80 vormden de verschillen een bedreiging omdat ze toelieten personen uit opstandige dorpen te identificeren aan hun kleding.

Daarom vervaagden en verwisselden de lokale verschillen in de kleding. Ook de massale vlucht in- en buiten het land en de terugkeer in mengdorpen drong de oude dorpsverschillen naar de achtergrond.

De uiterste vorm van vervaging werd het vervangen van de traje door westerse kledij. Ondanks de officiële promotie van de kleurrijke Maya klederdracht als aantrekkingspool voor toeristen, blijft er een misprijzen bestaan voor de Indios die hun eigen kledij verkiezen. Dorpsbewoners dragen daarom dikwijls westerse kledij wanneer zij naar de hoofdstad gaan. De Maya’s vormen de grote meerderheid van de bevolking van Guatemala. Maar om de eeuwenlange onderdrukking en de geďnstititutionaliseerde uitsluiting te keren is er veel moed nodig van individuele mannen en vrouwen die elke dag weer willen tonen dat zij Maya zijn maar ook burgers die kunnen beslissen in hun land.

Het aantal Maya’s die hogere studies deden, nam toe in aantal en in zelfbewustzijn. Dikwijls zijn het volwassenen waarvan een of twee ouders omkwamen in de repressie. Met de hulp van familie, de lokale gemeenschap en vrijwilligersorganisaties konden ze studeren. Ze werkten meestal tijdens hun hogere studies en ze bleven zo met de voeten in de lokale werkelijkheid en verbonden met de plaatselijke gemeenschap.

Deze jonge en volwassen intellectuelen hebben hard moeten werken om een diploma hoger onderwijs te behalen.

Ines Perez, Maya en theologe, wilde doctoreren op een vergelijking tussen de Popol Vuh en de bijbel. Haar scriptie werd nooit aanvaard in Guatemala ondanks al haar schitterende resultaten. Ze was in Europa op een congres over Maya theologie en op de luchthaven van Schiphol werd ze hardhandig aangepakt door enkele skinheads. Haar traditioneel kleed was hier ook een doorn in het oog.

In Guatemala-stad brengt ze nu studerende en werkende Maya-vrouwen samen. Ze steunen elkaar in de studie, bemiddelen voor werk, delen een kamer en een computer. Het zijn Maya’s die hun traje dragen, ook al worden ze er negatief op beoordeeld. Zij staan voor de eenheid onder de Maya’s in een wereld waarin een elite van ladino’s de macht heeft, samen met de multi-nationale bedrijven.

De SIG (Solidariteit Guatemala), een Belgische vrijwilligersorganisatie de sedert 20 jaar beurzen geeft aan Maya-leerlingen en –studenten brengt sedert enkele jaren in Guatemala de afgestudeerden samen uit alle hoeken van het land. De bijeenkomsten zijn bedoeld om elkaar te steunen maar ook om actief te zoeken naar wegen om de discriminatie te bestrijden.

De pan-Maya beweging die uitgaat van deze vrouwen is weerspiegeld in hun traje die dikwijls niet alleen de eigen lokale groep weerspiegelt. Het pan-Maya kostuum, zoals gedragen door o.m. Rigoberta Menchú Tum, is een uitnodiging tot eenheid tussen de taalgroepen en dorpsgemeenschappen. Die eenheid zal een steun zijn voor de individuele Maya’s in een vreemde omgeving maar is ook een duidelijk signaal naar de overheid en naar de traditionele kringen.

De betere communicatie, door o.m. de verspreiding van het internet en de versterking van de bestuursmacht van de autochtone bevolking kunnen van de Maya’s een solide politieke machtsfactor maken. Voorwaarde daarvoor is dat de ouderen de jongeren perspectieven kunnen bieden door een betere verdeling van het land en een beperking van de bevolkingsaangroei. De pan-Maya beweging komt op het juiste ogenblik om de particularistische tendensen tussen taalgroepen en lokaliteiten op te vangen en te duiden.

Zo blijkt eens te meer dat de kledij spiegel en voortrekker is van verandering en continuďteit in de samenleving.

 

Leni Creuwels

maart 2005

Deze tekst is grotendeels gebaseerd op het boek van Mireille Holsbeke & Julia Montoya, “Met hun handen en hun ogen. Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld” en op enkele interviews met Guatemala-kenners

 

 



([*]) Mireille Holsbeke & Julia Montoya, “Met hun handen en hun ogen. Maya-textiel, spiegel van een wereldbeeld”, uitgave “ETNOGRAFISCH MUSEUM ANTWERPEN”, ISBN 9077069038 (2003)