Mijn CV is kort. Ik ben 50, heb geen kunstacademie gevolgd en werk full-time in Brussel. Keramiek is een hobby.
Mijn eerste potten draaide ik tijdens mijn studententijd in het STUC. Ik kwam in contact met Luc Versluys, in die tijd de enige pottenbakker in Leuven (Maria-Theresiastraat) en later met Jan Vanderelst die een atelier heeft in de Dijlemolens. Gedurende 20 jaar heb ik geen enkele pot gedraaid, tot ik 5 jaar geleden toevallig een hele installatie ter beschikking kreeg.
Bij beide 'meesters' in het vak kan ik nog steeds terecht om raad. Wat me in klei zo boeit, is het hele gevarieerde proces van kneden, verwerken, vorm geven, bakken en glazuren. Het is fysiek een zware klus om grote stukken te maken. Ik geloof sterk in de kracht en schoonheid van eenvoud, de pot te ontkleden om tot de essentie van expressie te komen.
Voor de grote schalen die ik speciaal voor de Guatemala tentoonstelling in het Hannah huis te Herent maakte, probeerde ik letterlijk de fysische grenzen van gedroogde aarde te verkennen om een zo groot mogelijke, lichte, natuurlijke vorm te bekomen, met er bovenop een transparante glazuur die niets verhult. De vitaliteit en directheid van de klei wordt bij het bakken bevroren.
Mijn inspiratie zocht ik in de grote houten kommen die in Afrika worden gemaakt. De grote halfronde schalen verwijzen naar zwangere buiken, naar de gulheid bij feesten, naar het zware labeur van vele vrouwen in minder moderne landen.
Mijn oudste dochter engageert zich in het samenwerkingsverband dat Herent smeedt met Guatemala. Haar verhalen over de indianen in dit land stimuleerden mij om een vrouwenproject te steunen en hiervoor mijn schalen ter beschikking te stellen. Het Hannah huis is hiervoor perfect.
|